Aan de bron van de huidige Euro-crisis ligt een identiteitscrisis. De reden dat er in 1992 wel gekozen is voor een economische en monetaire unie maar niet voor een politieke unie was de gebrekkige Europese identiteit. Omdat de Europese lidstaten vooral naar zichzelf keken, kon vervolgens vanaf 2000 een gevaarlijke luchtbel ontstaan van ongefundeerde ‘financiele verplichtingen’, die nu op springen staat. Voor de oplossing van de euro-crisis lijken er slechts twee alternatieven: minder Europa of meer Europa. Kiezen we voor meer Europa dan zal het vraagstuk van de Europese identiteit opnieuw op de agenda komen.
Identiteit is een complex begrip. Een burger heeft vele, uitgesproken en onuitgesproken identiteiten: ‘Ik ben een Nederlandse burger, Ik ben een Amsterdammer, ik kom uit een arbeidersgezin, ik stem D66, ik ben een filosoof’ dragen allemaal bij aan mijn identiteit. In de politieke praktijk is het een stuk simpeler: Ik heb de Nederlandse identiteit, omdat ik een Nederlands paspoort heb. Waarom passen we dat principe niet toe op de Europese identiteit: Ik ben Europeaan omdat ik een Europees paspoort heb. Maar dan wel zo dat het Europese paspoort niet meer inclusief, zoals nog bij de verworpen grondwet van Europa, aan maar tegengesteld is aan het nationale paspoort!
Populusten spelen graag de kaart van de nationale identiteit en schrappen alles wat de nationale identiteit verwatert of in gevaar brengt: dus geen dubbele paspoorten, geen Europa, geen islam, geen immigratie, geen geld voor Griekenland. Het is zo helder als glas, en het is moeilijk een goed verweer te hebben omdat de alternatieve kaart van de Europese identiteit en solidariteit zo vaag en onzeker is. Zelfs uitgesproken Europeanen zoals Verhofstadt, komen nauwelijks verder dan het recht op stemmen op politici van andere lidstaten. Daarom is het absoluut noodzakelijk dat er nieuwe ruimte wordt gecreeerd voor een Europese identiteit. Een exclusief Europees paspoort schept niet alleen de basis voor zo’n identiteit maar schept ook een echte Europese burger.
Nationaal en Europees paspoort gaan dus niet samen. Maar hoe kan dat praktisch vorm worden gegeven? De Nederlandse discussie rondom het dubbele paspoort was goed beschouwd, een oneigenlijke discussie. Het hebben van een dubbel paspoort (Veldhuijzen, Abouthaleb e.a.) heeft namelijik helemaal niets van doen met een dubbele loyaliteit, zoals Wilders verkondigde, maar alles met schaalvergroting van identiteit. Het zou dus logischer geweest zijn als de PVV had gepleit voor invoering van een schaalbaar paspoort dat de individuele identiteit exclusief verbindt met schaal van bestuur. Burgers die zich meer thuisvoelen bij de Europese dan de Nederlandse identiteit moeten hun nationale paspoort kunnen vervangen, beter gezegd, kunnen ‘opschalen’ naar een Europees paspoort. En het omgekeerde kan ook: Belgische burgers, bijvoorbeeld, die de eigen Vlaamse identeit willen onderstrepen moeten het Belgische paspoort kunnen ‘neerschalen’ naar de bestuurseenheid van Vlaanderen.
Van essentieel belang is dat een verandering van identiteit zich op een of andere wijze in een bestuurlijke hervorming kan vertalen. Dat is geen vanzelfsprekendheid. Een van de kernproblemen van onze democratieen is de taaiheid waarmee bestuurlijke hervormingen worden doorgevoerd. De reden hiervan is dat besturen maar heel moeilijk in staat zijn zichzelf te veranderen. Niet alleen zagen zittende politici zelden hun eigen stoelpoten af, maar er geldt ook dat de dominantie van de ‘oude’ identiteit veranderingen onmogelijk maakt. Het is alleen mogelijk als (in een referendum) een grote meerderheid van de bevolking zich uitspreekt voor een verandering van identiteit/staatshervorming. Hier is sprake van een ernstige weeffout in de werking van de democratie. Als het om bestuurlijke hervormingen gaat is elke democratie een gevangene van zichzelf. Met behulp van een schaalbaar paspoort kan deze fout worden en opgeheven en kan de impasse rondom bestuurlijke vernieuwing worden doorbroken. Dat werkt als volgt: In het begin, als maar een enkeling zijn paspoort op- of neerschaalt zal er weinig veranderen in de bestuurlijke verhoudingen. De oude (bron)staten hebben de plicht de burgers van de nieuwe ‘staten’ dezelfde rechten en plichten te geven als hun eigen burgers zolang er niet voldoende mensen zijn om die staten een eigen bestuurlijke structuur en inhoud te geven. Maar als de groep ‘overstappers’ groot genoeg is om eigen kandidaten voor een eigen bestuur naar voren te schuiven zal er ‘automatisch’ een bestuurlijke hervorming in gang worden gezet. Aan het schaalbare paspoort is actief en passief kiesrecht gekoppeld. Zodra men van ‘schaal’ wisselt en er een bestuur bestaat/ontstaat, wisselt ook het kiesrecht. De nieuwe burgers kiezen eigen vertegenwoordigers voor eigen besturen. De oude staat en de nieuwe gevormde staat zullen vervolgens moeten gaan onderhandelen over taakverdeling en taakverschuiving.
Een actueel voorbeeld is de bestuurscrisis in Belgie: Nieuwe verkiezingen lossen niets op, want mensen stemmen grosso modo weer hetzelfde als voorheen. Ook een referendum lost niets op. Het herbevestigt de politieke krachtsverhoudingen in het land, maar geeft geen oplossing hoe de impasse te doorbreken. Een introductie van een schaalbaar paspoort kan dat wel. Indien het Belgisch paspoort schaalbaar wordt, kan elke Belg zelf kiezen, of hij of zij zijn Belgisch paspoort aanhoudt of neerschaalt naar een Vlaams of Waals paspoort zijn; Belgen die zich meer thuis voelen in Europa dan in België kunnen ook hun paspoort opschalen naar een Europees paspoort. De gevolgen van op- en neerschalen zijn onmiddellijk zichtbaar in de ‘machtspositie’ van de reeds aanwezige bestuursschalen, omdat passief en actief kiesrecht meteen mee verhuizen omdat alle relevante bestuursorganen reeds bestaan. Iemand die kiest voor een Vlaams paspoort stemt voortaan op Vlaamse kandidaten voor een Vlaams bestuur. Deze burger stemt niet meer voor de samenstelling van het federale parlement. Daarvoor in plaats zullen in het federale parlement een aantal zetels gereserveerd moeten worden voor districtsvertegenwoordigers vanuit Vlaanderen en de andere gewesten. Het resultaat is dat niet meer politici van het Belgische parlement met elkaar onderhandelen maar de bestuursschalen zelf met elkaar onderhandelen. Dat werkt vele malen effectiever omdat de scheiding van de geesten een gegeven is.Een schaalbaar paspoort is uiteraard vloeken in de kerk van de 200 natie-staten waarin de wereld nu is verdeeld. Die willen ‘hun’ burgers niet verliezen, ze vrezen bestuurlijke chaos en machtsverlies. Het lijkt ondenkbaar dat de dominantie natie-staten hun eigen burgers het recht van identiteitswisselling zullen meegeven. Maar juist dat geeft te denken: Is de nationaliteit niet inmiddels een gevangenis geworden? Wordt het niet tijd dat we die gevangenis afschaffen? Geef mensen die dat willen, de ruimte om de (nationale) identiteit te verruilen voor een lagere of hogere identeit. Laat 1000 nieuwe staten/identiteiten bloeien van allerlei schaal, om te beginnen in….. Europa.
De vrees dat Europese natie-staten abrupt zullen ‘leeglopen’ is ongegrond. Daarvoor zijn de nationale identiteiten in Europa te stevig verankerd. Bovendien geldt dat het ‘verlies’ van een burger tegelijkerijd ‘winst’ van identiteit is. De ‘achterblijvers’ worden identitatief homogener en dus sterker. Dat maakt bestuur effectiever. Daar staat weer tegenvoer dat de natie-staten te maken krijgen met een groot pallet van nieuwe of gewijzigde bestuurlijke staats-instiuties (een niet-nationaal Europa, Baskenland? Beieren? Schotland?, Een Amsterdamse stadstaat? wie zal het zeggen?). Er ontstaat een heel nieuwe krachtenspel dat de huidige Europese orde in beweging brengt. En dat is winst, niet alleen voor Europa maar ook voor de natie-staten. Bewegelijkheid en flexibiliteit is namelijk essentieel om bestuurlijke veranderingen te kunnen doorvoeren zonder geweld en burgeroorlogen (zoals op de Balkan). Het toekomstige Europa wordt geen superstaat waarin geforceerd nationale identiteiten ‘verdwijnen’ omdat ze souvereiniteit moeten overdragen maar een flex-staat, een systeem van grote en kleine staten die gemeenschappelijk taken uitvoeren, die bovendien in hun bestaansrecht direct afhankelijk zijn van de burger omdat de schaalvoorkeur van de burgers bepalen welke institutie macht krijgen. Het unieke van deze europese flex-staat is dat brugers verbonden met die verschillende identiteitenen en besturen ‘door elkaar en met elkaar leven’ en toch sterker van identiteit worden. Burgers van de Amsterdamse stadsstaat, de Nederlandse Staat, en de Europese staat wonen naast elkaar in dezelfde straat en toch is elk verbonden in een eigen ‘identiteitsgroep’ met eigen bestuurlijke aspecten. Omdat het schaalbare de koppeling met een ‘eigen’ grondgebied (blut und boden) loslaat zijn er geen volksverhuizingen meer nodig (Balkan). De formatie van een regering gaat sneller omdat intern minder tegenstellingen zijn. Maar de keerzijde dat er extern, met andere staten moet worden opgetrokken in uitvoering van overheidstaken. Uiteraard is dit niet iets van vandaag of morgen maar het is wel van groot belang. Wil het toekomstig europa niet sterven in pragmatiek en financieel gesteggel dan is een diepere ideele ondergrond absoluut noodzakelijke.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten